Strooi zout en peper op elk lamsribstuk. Bak nu elk lamsribstuk 5-8 minuten snel bruin in een anti-aanbakpan met pinda-olie, regelmatig keren. Laat het lamsvlees door en door afkoelen.
Meng de marinade-ingrediënten in een kommetje en wrijf het ribstuk met een rubber spatel hiermee in. Marineer gedurende 1 uur.
Verwarm de oven voor op 230 °C. Leg de lamsribstukken in een braadslede. Bevochtig de verse of droge muntbladeren met wat water en strooi ze over de lamsribstukken. Zet de temperatuur op 180 °C, dek de lamsribstukken af met folie en bak ze 30 minuten. Verwijder de folie voor de laatste 5 minuten als u bruiner en krokanter vlees wilt.
Leg het lamsvlees pop een snijplank en laat het 20 minuten rusten.
Schep het vet uit de braadslede, afblussen met de kippenbouillon. Zet dan de braadslede op een warmtebron en schraap de rijk smakende deeltjes van de bodem af. Voeg de sausmix toe en roer alles goed door.
Snijd de lamsribstukken, leg ze mooi neer op een dienschaal, en serveer ze met de saus.
De hoisin-saus geeft het lamsvlees een rijk, enigszins zoet vleugje smaak.
U kunt in plaats van munt ook saliebladeren gebruiken, maar ik vind dat de munt de perfecte traditionele Engelse smaak aan het lamsvlees geeft.
Het in de oven gebraden vlees laten rusten is heel belangrijk want daardoor kunnen de vleessappen in het vlees trekken waardoor het mals blijft.
Wanneer de marinade op het lamsvlees is aangebracht, kunt u ontspannen met een glas champagne.
